QHSE / H. Honsbeek
04 Elektrisch veiligheid
 >  Elektrotechnische werkzaamheden en aanwijsbeleid
Introductie

Werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie die gevaren kunnen opleveren worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemer uitgevoerd. Er moet dus altijd gewerkt worden door werknemers met voldoende vakkennis en kennis van de risico's die er zijn. De werkgever en de werknemer hebben elk hun eigen verplichtingen om te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers.

De werkgever heeft de verplichting om de kennis, kunde, ervaring en veiligheidsgedrag van de medewerker te toetsen en aan deze duidelijk te maken welke bevoegdheden hij heeft in relatie tot diens competenties. Er moet sprake zijn van een formele aanwijzing van bevoegdheden. (Bevoegdheidsverklaring). Daarnaast moet de werkgever voorzien in de benodigde opleidingen, instructies, gereedschappen, meetmiddelen en PBM's. De medewerker moet ook altijd zelf beoordelen of hij geschikt is voor de taken die hij krijgt, dus of hij over de juiste kennis beschikt om de werkzaamheden veilig uit te voeren.

Dit is beschreven in de Arbo wet en -besluit (Arbo besluit 3.5). Zowel werkgever als werknemer, hebben de verplichting de Arbo wet na te leven.

Spanningsloos werken is het uitgangspunt en beleid en geldt als meest belangrijke maatregel. Hiertoe moeten voorafgaand aan de werkzaamheden dus maatregelen getroffen worden om dit te bereiken. Het spanningsloos maken geldt als de meest belangrijke (en bron)maatregel om veilig te werken.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

De risico's kunnen als volgt worden onderscheiden:

  • Elektrisering: schadelijke elektrische stroomdoorgang door menselijk lichaam zonder dodelijke afloop;
  • Elektrocutie: schadelijke elektrische stroomdoorgang door het menselijk lichaam met de dood tot gevolg;
  • Vlamboog: z.g. elektrische boog(te vergelijken met explosie) dat ontstaat als tussen twee elektroden een elektrische lading wordt geleid;
  • Gevolgschades/letsel: vallen, stoten, snijden als gevolg van de impact van bovenstaande risico's.

Mogelijke letsel als gevolg van elektrisering of elektrocutie kunnen zijn:

  1. hartfibrillatie of hartritmestoringen, hartstilstand
  2. brandwonden
  3. ademstilstand
  4. spierverkramping
  5. inwendig letsel
  6. gevolgletsel door ongelukkige reactie

factoren die een rol spelen v.w.b. het letsel:

  1. de hoogte van de stroom
  2. het pad van de stroom door het lichaam
  3. de tijdsduur van de stroomdoorgang

De spierverkramping kan ertoe leiden dat men tot niets meer in staat is en langdurig blootgesteld wordt aan de spanning, mogelijk totdat de stroom wordt uitgeschakeld. (handmatig of door een beveiliging welke in werking treed). 

Mogelijk letsel als gevolg van vlamboog (Arc flash):

  1. ernstige brandwonden of ander letsel door vlam of rondvliegende (verhitte of gesmolten) materialen uit de installatie;
  2. Oog- oor- en inwendig letsel als gevolg van de felle lichtflits, de explosie en drukgolf;
  3. letsel aan eventuele omstanders in de nabijheid
  4. gevolgletsel door ongelukkige reactie of door de impact van de explosie.

Naast persoonlijk letsel zal in de meeste gevallen sprake zijn van grote materiele schade. 

Maatregelen > Wat moet je doen?

Je kan in ieder geval:

  • ALTIJD uit gaan van spanningsloos werken, welke geldt als beleid en belangrijkste bronmaatregel;
  • Voorafgaand aan de werkzaamheden ALTIJD de risico's inventariseren en de doeltreffende maatregelen bepalen d.m.v. uitvoeren van een RI&E of TRA;
  • Voorafgaand aan de werkzaamheden de te treffen maatregelen uitvoeren;
  • ervoor zorgen dat je beschikt over de juiste vak- en veiligheidskennis, vaardigheden, instructie en informatie om de werkzaamheden veilig uit te voeren;
  • de geldende procedures afspraken en instructies volgen;
  • de voorgeschreven PBM's in voorkomende situatie gebruiken ;
  • de PBM's beoordelen op geschiktheid voor betreffende situatie;
  • de zogenaamde "Veilige Vijf" hanteren om installaties spanningsloos te maken:
  1. Volledig scheiden (Controleer of een schakelaar ook alle actieve geleiders scheidt);
  2. Borgen tegen weder inschakeling (slot met veiligheidskaart toepassen, Lock-Out Tag-Out);
  3. Spanningsloosheid volgens instructie aantonen (alleen met dubbelpolige spanningsaanwijzer zoals een duspol) (Try-Out);
  4. Aarden en kortsluiten (indien de voorgaande handelingen niet volledig uitsluiten dat er daadwerkelijk geen spanning op de aanraakbare delen kan komen, zoals vreemde spanning, inductie of i.g.v. onoverzichtelijke installatie);
  5. Afschermen van actieve delen;
  • De LMRA uitvoeren. Bij twijfel altijd stoppen en in contact treden met je leidinggevende en/of een deskundige.

Naast spanningsloos werken kan sprake zijn van werken op veilige afstand, d.w.z. buiten de "gevarenzone". De gevarenzone is in geval van meten min. 5 cm, in geval van bedienen min.10 cm en in geval van werkzaamheden min. 50 cm. Binnen genoemde afstanden werkt men in de gevarenzone en is sprake van "werken onder spanning"!​​​​​​​

Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Hoe ga jij om met deze risico's in jouw werkomgeving?
  2. Beschik je inderdaad over de juiste kennis en vaardigheden voor je werkzaamheden?
  3. Ben je bekend met je bevoegdheden vanuit je aanwijzing?
  4. Beschik je over de juiste gereedschappen, meetmiddelen, PBM's?
  5. Weet je bij wie je terecht kunt in geval van twijfel of specifieke veiligheidsvragen die je hebt op dit gebied?


Tips > Voor meer informatie

Bekijk de Veiligheidsinstructiefilm: Elektrotechnische werkzaamheden, op de QHSE pagina.

Link naar: https://www.arbotechniek.nl/wp-content/uploads/2019/10/Arbocatalogus-Veilig-werken-aan-elektrische-installaties.pdf


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.